Complete checklist voor badkamerreiniging

Controlelijst
  • Maak het bad en de douche schoon. Spuit met cleaner en schrob de muren en het bassin in een cirkelvormige beweging van boven naar beneden. Spuit het hele gebied af met gewoon water om de reiniger af te spoelen en veeg het weer af met een vochtige doek.
  • Schijn de spiegel. Sproei een doek met glasreiniger of dompel deze in afwasmiddel en water.
  • Schrob de gootsteen. Veeg de gootsteen en het ijdelheidsblad af met een vochtige doek en afwasmiddel of schoonmaakmiddel. Spoel volledig uit en ga voor de tweede keer over het gebied. Boen de afvoer schoon met een tandenborstel en schraap de aanslag van de voegen tussen de gootsteen en het aanrecht met de rand van een oude creditcard.
  • Desinfecteer het toilet. Schrob zowel de binnenkant als de buitenkant. Of gooi twee antacidumtabletten in de kom, laat ze 20 minuten oplossen en borstel daarna de vlekken weg met een toiletborstel.
  • De vloer dweilen. Gebruik een spons en reiniger verdund in water, en begin vanuit de verste hoek van de kamer, werk in de richting van de deur, ga van links naar rechts. Doop de dweil in de emmer met schoonmaakmiddel, wring hem uit en duw hem over een hanteerbaar deel van de vloer. Dompel de dweil vervolgens in een emmer met schoon water, wring hem uit en dweil het gedeelte opnieuw.
  • Maak de prullenbak schoon. Spuit zowel de binnen- als de buitenkant van de prullenbak in met allesreiniger en veeg deze af met een doek.
  • Veeg de douchestangen en ringen af. Gebruik een doek die is bevochtigd met water en afwasmiddel. Stof kan zich ophopen, waardoor de ringen niet soepel kunnen bewegen.
  • Doe het medicijnkastje. Leeg de inhoud, plaats ze in de gootsteen, besproei vervolgens de muren en de planken met schoonmaakmiddel en veeg af met een doek. Schrob alle vuile plekken met een tandenborstel.
  • Maak de kasten schoon. Maak een doek licht vochtig met water en cleaner en werk in de richting van de nerf, van boven naar beneden. Afspoelen en herhalen. Poets de knoppen.
  • Veeg de kraan en armaturen af. Gebruik een doek besprenkeld met reinigingsmiddel. Oppoetsen met een schone doek.
  • Ontstop de ventilatieopeningen. Stofzuigen of stofzuigen met een opzetborstel.