Een woordenboek van tandheelkundige termen

  • Verlijming: Een proces waarbij tandkleurig materiaal (meestal plastic) op tanden wordt aangebracht om kleine gaatjes op te vullen of om subtiele esthetische veranderingen te bewerkstelligen.

  • Brug: Een apparaat dat de ruimte die wordt gecreëerd door een ontbrekende tand of tanden verbindt met de natuurlijke tanden aan weerszijden. Om een ​​ontbrekende tand te vervangen, plaatsen tandartsen kronen op de tanden ernaast, zodat de nieuwe (nep)tand goed kan worden verbonden met de andere tanden. De hele structuur wordt een brug genoemd.

  • Kap of kroon: Een tandvormig kapje is over een tand geschoven die meerdere vullingen heeft gehad of verzwakt is en meer ondersteuning nodig heeft.

  • implantaat: Een ander apparaat dat wordt gebruikt om een ​​ontbrekende tand of tanden te vervangen. Eerst wordt een kleine titanium staaf verankerd aan het kaakbot. Het bot hecht zich in de loop van enkele weken of maanden aan de staaf. Als het implantaat is genezen, wordt er een permanente kroon geplaatst. En nee, je laat geen metaaldetectoren afgaan.

  • tandprotheticus: Een tandarts die gespecialiseerd is in het vervangen of herstellen van tanden.

  • fineren: Dunne, tandkleurige schelpen (meestal gemaakt van porselein) die over het voorste deel van de tanden worden geplaatst, meestal om cosmetische redenen. Tandartsen scheren een deel van elke natuurlijke tand af om veneers aan te brengen, dus het is een permanente beslissing om ze te krijgen. Veneers moeten in de loop van hun leven minstens één keer worden vervangen.