How To: Droge ingrediënten meten

Het gebruik van precies de juiste hoeveelheid van een ingrediënt (zout, bakpoeder, bloem) kan een gerecht maken of breken. Dit geldt vooral voor bakken, dat precisie vereist. Deze video laat zien hoe je elke keer de juiste hoeveelheid van je droge ingrediënten binnenkrijgt.

Wat je nodig hebt

  • droge ingrediënten (zoals bloem of zout), lepel, maatbeker, mes, maatlepel

Volg deze stappen

  1. Vul de maatbeker tot hij overloopt
    Schep bloem of een ander licht, poederachtig droog ingrediënt in je maatbeker totdat het over de bovenkant koepelt. (Niet scheppen met de beker en het overtollige eraf schudden, want hierdoor raakt het ingrediënt enigszins verpakt en krijg je meer dan het recept vereist.)

    Tip: Voor het meten van zwaardere ingrediënten, zoals kristalsuiker, ga je gang en schep je op.
  2. Egaliseer het met de achterkant van een mes
    Laat de platte rand van een mes over de bovenkant van de maatbeker lopen om deze waterpas te maken. Dit zorgt ervoor dat u de exacte hoeveelheid hebt gemeten waar het recept om vraagt.
  3. Vul maatlepel
    Om lichte en luchtige ingrediënten af ​​te meten, doe je het ingrediënt in de maatlepel met een andere lepel of schep, totdat het over de bovenkant van de maatlepel komt.

    Tip: Voor zout, kristalsuiker of andere zware ingrediënten is het prima om je maatlepel onder te dompelen en voldoende uit te scheppen zodat de lepel overloopt.
  4. Egaliseer het met de achterkant van een mes
    Ga met de platte rand van een mes over de bovenkant van de maatlepel om het waterpas te maken.